In de periode na de Tweede Wereldoorlog wilden de Spaarbanken ook vestigingen openen in nieuwe wijken. De overheid gaf echter de prioriteit aan woningbouw en herstel van bedrijven. Daarom nam de Spaarbank te Rotterdam in 1949 de beslissing om een bestelbus om te bouwen tot rijdend bijkantoor. Hiermee werden de nieuwe wijken bediend en ook dorpen in de omgeving werden volgens dienstregeling wekelijks door de bus aangedaan.
Al spoedig daarna volgden in de jaren vijftig diverse andere spaarbanken – Amsterdam, Delft, Dordrecht, Schiedam, Vlaardingen, Zaandam – het voorbeeld van de Rotterdamse spaarbank.
De handelsbanken waren een stuk later met deze activiteit. De Nederlandsche Handel-Maatschappij begon in 1961 met een bus in Amsterdam en Rotterdam en de Twentsche Bank begon in dezelfde tijd met een bus in Enschede. Het laatste rijdende bijkantoor in Nederland van Fortis Bank Nederland ten behoeve van bejaardenhuizen in Amsterdam staakte deze dienst in juli 2001.
Vanaf februari 2003 heeft er een servicebus gereden – een samenwerking tussen ABN AMRO, ouderenvereniging ANBO en seniorenweb – waar ook gelddiensten voor ouderen en mensen met een beperking konden plaatsvinden. Deze bus reed in ieder geval nog in 2008.