Aan het begin van de twintigste eeuw hadden de meeste banken maar één vestiging. Vanaf 1911 zie je de uitbreiding door de grote banken van een kantorennet in de provincie. Dat proces ging door na de Tweede Wereldoorlog. Met de introductie van het retailbankieren eind jaren zestig zag je een verhoogde toename van het aantal nieuwe bijkantoren.
Die uitbreiding kwam tot stilstand door de economische recessie van begin jaren tachtig. Er werd toen primair gekeken naar de rentabiliteit van een vestiging. De opkomst van de geldautomaten vanaf mid-jaren tachtig zorgde ook voor een afname van het aantal kantoren.
De grootste afname van het aantal vestigingen vond plaats vanaf 2000 bij de introductie van het internetbankieren. Een kantoor was niet meer nodig omdat de klant bijna alle producten via het internet kon afnemen.