De Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM) en de Nederlandsch-Indische Handelsbank waren vanaf hun oprichting actief met bancaire activiteiten in Nederlands-Indië/Indonesië. Vanaf 1866 was de NHM ook aanwezig in Suriname.
Een belangrijke activiteit was de financiering van het cultuurbedrijf van relaties: de productie van thee, suiker, koffie en tabak. Doordat sommige relaties niet in staat waren aan hun verplichtingen te voldoen, kwamen beide banken in het bezit van cultuurondernemingen. Het begin van een langdurige betrokkenheid bij het cultuurbedrijf, die pas eindigde in de jaren vijftig van de 20e eeuw toen Indonesië alle Nederlandse ondernemingen nationaliseerde in 1957/1959 en in Suriname zelfs nog iets later.